Een indrukwekkende uitvaart en herinneringssamenkomst

Na een lange periode van ziekte en lichamelijk lijden is Roel Steenkamp donderdag 9 februari 2017 op 55-jarige leeftijd heengegaan.

Al vanaf zijn jonge kinderjaren maakte hij deel uit van Christelijke Gemeente Nederland. Ondanks zijn slopende ziekte, die hem steeds verder beperkte in zijn doen en laten, tot hij hoegenaamd niets meer kon, was hij tot het laatst zeer betrokken bij alles wat hem dierbaar was.

Hieronder volgt een verslag van de uitvaart en een herinneringssamenkomst.

De uitvaartdienst

Meer dan vierhonderd familieleden, vrienden uit binnen- en buitenland, collega’s, zorgverleners en kennissen zijn op zaterdag 18 februari bijeen om Roel de laatste eer te bewijzen. Voorafgaand aan de uitvaartdienst is nog gelegenheid om afscheid te nemen.

Terwijl alle aanwezigen staan, wordt de kist, gedragen door zeven vrienden van Roel, voorin de zaal neergezet, te midden van een overweldigende hoeveelheid bloemen. We zingen uit de liturgie die speciaal voor deze uitvaartdienst is samengesteld. De liederen die we zingen tijdens deze dienst zijn samen met Hermien uitgekozen: liederen die Roel tot troost en hulp waren tijdens zijn leven. Ook staat in de liturgie een korte beschrijving van het leven van Roel.

David Nooitgedagt leidt de dienst en opent met een welkomstwoord en gebed.

Zoals velen zich Roel herinneren, met zijn iPad waarmee hij nog lange tijd communiceerde toen spreken niet meer ging
Tijdens de uitvaartdienst worden liederen gezongen die voor Roel tot hulp en troost zijn geweest

De levensbrief die Roel schreef

Jan-Hein Staal legt uit dat ieder mens met zijn leven een ‘brief’ nalaat, een brief met herinneringen en een voorbeeld of boodschap voor degenen die achterblijven. Iedereen die Roel gekend heeft, zal kunnen beamen dat hij een zeer capabel man was, met veel talenten op allerlei gebied die hij graag inzette om iets goeds te doen voor de mensen om hem heen. Dat juist deze man in de bloei van zijn leven werd geconfronteerd met de slopende ziekte, waardoor hij stukje bij beetje geheel afhankelijk werd van de zorg van anderen, kunnen wij met ons menselijke verstand niet begrijpen.

Ook voor Roel was het een ingrijpend proces om te aanvaarden dat hij zich door zijn ziekte niet meer kon inzetten voor zijn gezin en anderen zoals hij dat zo graag deed. Maar zijn persoonlijke relatie met God maakte hem toch blij, en maakte iedere dag van zijn leven waardevol, voor zichzelf en voor de mensen om hem heen. Hij had een onwankelbaar vertrouwen in zijn hemelse Vader. Roel zei daar zelf over: “Ik houd van de God die alle dingen doet meewerken ten goede voor de eeuwigheid”. De levensbrief die Roel met zijn leven, voor ons als herinneringen, heeft nagelaten, maakt diepe indruk op wie hem gekend hebben.

Zijn thuishulp, die hem de laatste anderhalf jaar drie dagen per week had verzorgd, zingt het lied: “U bent mijn schuilplaats Heer”. Zij had vaker voor Roel gezongen toen zij hem verzorgde. Twee collega’s vertellen over Roel als een zeer gewaardeerd manager met een vooruitstrevende visie en een enorme drive om zaken gedaan te krijgen, met bovenal aandacht voor de mensen.

Zijn vrouw Hermien leest een door haar geschreven gedicht “Met jou wil ik wel honderd worden”. De aanwezigen zijn zichtbaar ontroerd door haar woorden waaruit de sprankelende, intense liefde tussen Roel en Hermien naar voren komt. Enkele regels uit het gedicht:

“Met jou wil ik wel honderd worden! Met jou wil ik wel altijd door;
Tot in een tijd van andere orde, een eeuwigheid, daar gaan we voor!

Waar je van ziekte niets kunt merken, dood plaats maakt voor onsterfelijkheid
waar tijd en plaats niet meer beperken maar pure levenskwaliteit

Voor eens en altijd voort zal duren, alleen Gods Geest zal heersen daar.
Voor Hem zijn duizend jaar als uren, en is een dag als duizend jaar.”

Er volgt ook een gedicht namens de kinderen, waarna de linten van de vele bloemstukken worden voorgelezen door drie dochters van Roel. Onder het spelen van de Moonlight Sonate – een muziekstuk van Beethoven dat Roel vroeger graag zelf op de piano speelde – wordt de kist de zaal uit gedragen.

Een erehaag tot aan het graf

Op de begraafplaats staat een lange erehaag van vrienden, familie en bekenden, vanaf de auto tot het graf. Daar zingen we samen het lied “Wat de toekomst brengen moge” van Jacqueline van der Waals.

Bij het graf spreekt Hans de Wijs een troostend woord tot het gezin van Roel, waarna de oudste zoon van Roel de aanwezigen namens de familie bedankt voor hun komst, en als afsluiting van de uitvaart uitnodigt om na te praten tijdens de koffietafel.

We zingen samen bij het graf

De herinneringssamenkomst

De vrienden van Christelijke Gemeente Nederland hebben ‘s avonds nog een herinneringssamenkomst. Wederom is de zaal tot in de hoeken gevuld met vrienden die met respect en dankbaarheid hun herinneringen delen aan het leven van Roel. Deze avond nemen we de tijd om vooral stil te staan bij woorden uit de Bijbel die voor Roel en zijn gezin tot hulp zijn geweest. Het delen van de herinneringen over de manier waarop hij in het leven stond was voor de aanwezigen en enorme inspiratie.

Het is heel goed te merken hoe geliefd Roel was, en hoezeer hij hier gemist zal worden. Maar vooral spreekt uit zijn leven de uitnodiging om van God te houden, de God van wie Roel zelf zoveel hield. Zoals Roel het uitdrukte: “Ik houd van de God die alle dingen doet meewerken ten goede voor de eeuwigheid”.

Veel vrienden uit CGN herdenken Roel tijdens de herinneringssamenkomst
Dankbare herinneringen aan Roel

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren